2007 - 2009 | Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming
Het toenemend belang van het behalen van een diploma (secundair onderwijs) als toegangsticket tot de arbeidsmarkt en tot maatschappelijke integratie en participatie in het algemeen, maakt dat ongekwalificeerde uitstromers zich in steeds grotere mate in een kwetsbare positie bevinden. Het onderwijssysteem voorziet daarom een aantal alternatieve wegen waarlangs zij die dat wensen, alsnog een diploma secundair onderwijs kunnen behalen. Echter omtrent de motivaties en de leerroutes die de deelnemers aan het tweedekansonderwijs of de centrale examencommissie volgden, tast men in het duister. Dit onderzoek brengt het sociografisch profiel, de leerroutes en de motivaties in kaart van de deelnemers aan het tweedekansonderwijs of de centrale examencommissie. We doen dit aan de hand van een schriftelijke bevraging van de kandidaat-ingeschrevenen, een vergelijking van die doelgroep met ongekwalificeerde uitstromers (op basis van de SONAR-data), en een aantal focusgroepen met personen die al dan niet succesvol deelnamen aan de alternatieve scholingswegen tot het behalen van een diploma secundair onderwijs.
The rising importance of obtaining a (high school) diploma as an entrance ticket to the labour market and to social integration and participation in general, places unqualified school-leavers increasingly in a vulnerable position. The educational system, therefore, provides several alternative routes for high school dropouts to obtain a high school diploma. Very little is known, however, about the motivations and educational tracks of the participants in ‘tweedekansonderwijs’ (second chance education) and the ‘centrale examencommissie’ (central exam-commission). This study maps the sociographic profile, the learning paths and motivations of the participants of ‘tweedekansonderwijs’ and the ‘centrale examencommissie’. To this end we conduct a survey of the registered students, compare this target group with unqualified school leavers (using SONAR-data), and organise a number of focus groups with successful and unsuccessful (former) participants from these alternative programmes.