28/05/2020
Nu, meer dan twee maanden na de “lockdown”, laaien de discussies op. Was dit wel allemaal nodig? Nogal wat argumenten duiken op om het gevoerde beleid in vraag te stellen. En het gaat niet alleen om toogpraat. Klinisch ethicus Erwin Kompanje, verbonden aan het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam, toont zich uitermate kritisch tegenover het in Nederland gevoerde beleid, een beleid dat in grote lijnen gelijkliep met België.
Zijn uitgangspunt is de vraag of er wel een verschil is tussen dood door corona of door griep. Onverwachte oversterfte is bijgevolg “heel normaal bij een rondwarend virus zoals de griep”. Volgens Kompanje waren “Alle Covid-19 op intensive care (…) bij voorbaat al ernstig zieke mensen (…) Als je gezond bent hoef je je geen zorgen te maken.” “Het zijn vooral ouden van dagen die overlijden. (…) 80 jaar is de normale leeftijd. Dan is kwantiteit van geen tel meer, wel kwaliteit. (…) Sinds kort heet overlijden door ouderdom, dood door corona.”
Heeft Kompanje gelijk? Als je merkt dat er wel meer episodes van oversterfte zijn geweest in de afgelopen decennia en dat bij sommige griepepidemieën er zelfs meer oversterfte was dan in deze corona-crisis zou je geneigd zijn hem bij te treden.
Maar als je de feiten op een rij zet besef je dat dit niet zomaar “een griep” is. Er zijn helaas voldoende voorbeelden uit het buitenland die aantonen dat zonder, of zelfs maar met laattijdige maatregelen, de oversterfte ongekend hoge proporties aanneemt. In New York overleden volgens de overheid tussen 11 maart en 25 mei 2020 29.138 mensen vermoedelijk aan corona. Dit is dus meer dan het drievoud van de Belgische cijfers op een bevolking die minder groot is. En ook in New York werden drastische maatregelen genomen. Alleen kwamen die blijkbaar te laat.
Maar ook de argumentatie dat het uiteindelijk allemaal maar om oude of zieke mensen zou gaan die toch binnen afzienbare tijd zullen overlijden gaat niet op. Dat ouderen en personen die ziek zijn veel hogere risico’s hebben om te overlijden aan Covid-19 is correct, maar wie dat zal zijn staat helemaal niet vast. Met andere woorden, heel wat mensen die aan Covid-19 zijn overleden zouden misschien nog 5, 10 jaar of meer jaren in relatief goede gezondheid hebben kunnen doorbrengen. Slechts in een paar gevallen zal het virus ook mensen treffen die wellicht in de komende weken of maanden aan hun einde zouden komen. Dat is ook het concept van oversterfte. In de maand april 2020 overleden bijna 16.000 mensen. De helft daarvan aan Covid-19, de andere helft aan een andere oorzaak of door ouderdom. Covid-19 zorgt voor extra doden die er helemaal niet hadden moeten zijn. Dit jaar niet, maar wellicht ook de komende jaren niet. In ons land is bijna één op de vijf personen ouder dan 65 jaar. Dat zijn meer dan twee miljoen landgenoten. Meer dan negentig procent van de overlijdens gebeurt boven de leeftijd van 65 jaar. Dat ouderen de dood onder ogen zien is uiteraard normaal. Maar waarom zouden we plots geen waarde meer hechten aan de stijgende levensverwachting die we zo lang koesterden. Levensverwachting en vooral gezonde levensverwachting is nog iets totaal anders dan therapeutische hardnekkigheid waarbij we mensen tegen hun wil in leven willen houden.
Bovendien treft het virus ook jonge en gezonde mensen. Tussen 15 maart en 25 mei 2020 werden in totaal 17.091 patiënten opgenomen in de Belgische ziekenhuizen. De helft van de patiënten was ouder dan 70 jaar, maar dat betekent ook dat de helft jonger was. Meer dan 5.200 patiënten die in de ziekenhuizen werden opgenomen waren jonger dan 65 jaar en de helft van deze groep had buiten Covid-19 geen enkel onderliggend gezondheidsprobleem, geen obesitas en zelfs geen te hoge bloeddruk. Meer dan de helft van alle patiënten die in Intensive care werden opgenomen was jonger dan 65 jaar.
Dat een aantal griepepidemieën in het verleden een even hoge oversterfte hebben veroorzaakt als Covid-19 is dus geen reden om te denken dat Covid-19 maar een griep is zoals de andere en we die evengoed hadden kunnen uitzieken.
Vaak wordt dan naar het Zweedse voorbeeld verwezen. Terecht kan daar worden over nagedacht. En we kunnen nu, achteraf, stellen dat bepaalde maatregelen in België misschien hun doel voorbijschoten of onnodig waren. Misschien was het niet nodig geweest om alle handelszaken te sluiten en hadden velen kunnen blijven functioneren op de manier zoals de voedingszaken. Wellicht zou de bevolking even gedisciplineerd en voorzichtig zijn blijven handelen. En vermoedelijk, zoals in Zweden, zou de overgrote meerderheid van de bevolking zichzelf strikte corona-regels opleggen. Want het is helemaal niet zo dat in Zweden alles verloopt zoals normaal. Ook daar houden velen afstand, blijven er veel Zweden in hun bubbel en lijdt de economie. En misschien zouden sommige handelszaken nog meer gebloed hebben zonder de steun van de overheid die ze nu kregen.
Alleen had België niet de tijd en waren de buitenlandse voorbeelden nog schaars. Achteraf, opnieuw achteraf, zal de grootste blunder wel de lichtvaardigheid geweest zijn waarmee we het krokusverlof zijn ingetrokken en mensen massaal naar regio’s lieten vertrekken waar het virus al rondwaarde.
Het onbekende terrein vandaag is de exit-strategie en ook hier zullen we het samen moeten uitzoeken. We mogen hopen dat de overheid intussen geleerd heeft haar burgers te vertrouwen. Helder communiceren is duidelijk veel productiever gebleken dan koninklijke besluiten die gezondheidspersoneel opvorderen.