De laatste dagen lijkt het er steeds duidelijker op dat de sterfte aan Covid-19 in een dalende fase zit. Op 28 april werden nog 134 overlijdens gemeld. Dit is minder dan de helft van het aantal gemelde overlijdens aan Covid-19 op 7 april.
Toch blijkt uit internationale vergelijkingen dat de Covid-sterfte in België per hoofd van de bevolking tot de hoogste in de wereld behoort.
Prompt gaf dit aanleiding tot allerlei discussies over de registratie van Covid-sterfte en de vraag of België niet te veel sterfte aan Covid-19 toeschreef, met name in de rust- en verzorgingstehuizen, waar niet alle overlijdens op Covid-19 werden getest.
Inmiddels beschikken we over een tweede bron aan gegevens. De registratie van sterfte via het rijksregister geeft ons de dagelijkse sterfte in België, ongeacht de oorzaak.
De gegevens die beschikbaar zijn sinds 27 april dekken nu een volledige maand sinds het eerste overlijden aan Covid-19 in ons land werd geregistreerd. Een analyse van de sterfte in de periode van 11 maart 2020 tot 12 april 2020 maakt duidelijk dat de sterfte in ons land voor die periode 50% hoger ligt dan wat kan worden verwacht op basis van de gemiddeld aantal overlijdens in de afgelopen jaren. Houden we rekening met de groei van bevolking dan zouden we in 2020 ook zonder Covid-19 al een iets hogere sterfte verwacht hebben. Wanneer we ook dat in rekening brengen dan ligt die oversterfte exact 46% hoger.
Hierbij moet wel worden opgemerkt dat het nog steeds om voorlopige cijfers gaat. De registratie via het rijksregister blijkt doorgaans veertien dagen na datum meer dan 97% volledig te zijn, maar het is niet uitgesloten dat in deze uitzonderlijke periode de administratieve vertraging iets hoger zou kunnen zijn.
Niettemin kunnen we op basis van deze gegevens al een eerste voorlopige analyse maken van de sterfte door Covid-19 in ons land.
De sterfte in 2020 wordt vergeleken met de gemiddelde waargenomen sterfte voor de periode van 2009-2019. In maart ligt de sterfte doorgaans nog iets hoger dan in april. Uitlopers van een griepepidemie in sommige jaren dragen daartoe bij. In de grafiek vertaalt zich dat in een licht dalende referentiesterfte tussen 11 maart en 12 april. Om de vergelijkbaarheid over de tijd mogelijk te maken werd de dagelijkse sterfte berekend voor 100.000 inwoners. We stellen vast dat de geobserveerde totale sterfte in 2020 in dezelfde periode aanvankelijk lichtjes lager uitvalt. De eerste helft van maart toonde zich dus nog mild voor de gewone griepoversterfte. Maar vanaf 18 maart werd een steile klim aangevat.
Bron: Rijksregister – Statbel – Sciensano
Bewerking: Interface Demography
Twee vaststellingen op basis van deze grafiek:
1. De sterfte in België is buitengewoon hoog en bereikt vooral in de periode van 1 tot 12 april historische hoogtes met tot 639 overlijdens op 10 april, dit is meer dan het dubbele van de sterfte die we op die dag mochten verwachten. April 2020 was zowel in absolute aantallen als per hoofd van de bevolking de meest dodelijk aprilmaand sedert de 2de wereldoorlog.
2. De registratie van de sterfte aan Covid-19 loopt vrijwel volledig parallel met de gemeten oversterfte. De oversterfte kan naar alle waarschijnlijkheid volledig worden toegeschreven aan Covid-19.
De gegevens waarover we beschikken lieten ons ook toe om de analyse te verfijnen en rekening te houden met de sterfte naar leeftijd en geslacht. Door de omrekening van de absolute sterftecijfers naar de bruto sterfte per 100.000 inwoners krijgen we ook hier een gedeeltelijke correctie die rekening houdt met de omvang van de leeftijdsgroepen naar geslacht. De tweede grafiek vergelijkt voor elke leeftijdsgroep de vastgestelde sterfte met de referentiesterfte die gelijkgesteld wordt aan 1. Een leeftijdsgroep die uitkomt op een waarde van 1.5 heeft dus een 50% oversterfte; wanneer dat slechts 0.5 is gaat het om ondersterfte met 50% wat dan neerkomt op een halvering.
Geobserveerde sterfte in de periode van 11 maart tot 12 april 2020 naar leeftijd en geslacht in verhouding tot verwacht aantal overlijdens in die groep (referentie=1,00)
In de leeftijdsgroep mannen van 65-74 blijkt dat er 27% meer overlijdens zijn dan we konden verwachten. Daarentegen is de sterfte op jonge leeftijd bijzonder sterk gedaald. Onder de 25 jaar is de sterfte bij mannen zelfs tot de helft van het normale cijfer teruggevallen. De daling in deze leeftijdsgroep was verwacht en is ook elders in Europa te zien. De maatregelen die de mobiliteit en het uitgaansleven voor jongeren en jongvolwassenen drastisch gereduceerd hebben zullen hierin wellicht hebben meegespeeld. De gegevens laten verder volgende vaststellingen toe:
1. Naar leeftijdsgroep en geslacht situeert de oversterfte zich vrijwel uitsluitend boven de 65 jaar. Het Covid-19 virus vertoont een uitgesproken toegenomen letaliteit met de leeftijd.
2. De oversterfte bij vrouwen is hierbij vergelijkbaar met deze bij mannen. Gegeven de hogere basissterfte naar leeftijd bij mannen is er dus in absolute termen ook een iets hogere sterfte aan Covid-19, maar verhoudingsgewijs is de oversterfte bij mannen en vrouwen ongeveer even hoog.
3. In de leeftijdsgroep onder de 65 jaar registreerden de hospitalen voor dezelfde periode ook 225 overlijdens aan Covid-19. Het virus is dus wel degelijk ook fataal op jongere leeftijd. Maar wellicht hebben de maatregelen om het virus in te dijken op die leeftijdsgroepen een positieve impact op sterfte. Minder verkeersongevallen en minder ongevallen op het werk bijvoorbeeld. En misschien zijn er nog een aantal andere doodsoorzaken die getemperd worden.
Bekijken we de tijdslijn op langere termijn dan zal de oversterfte in de tweede helft van april een historisch dieptepunt zijn. Nooit tevoren kende ons land zo’n hoge sterfte sinds 1945. Gegeven de snelle verspreiding van het virus vanuit verschillende besmettingshaarden in ons land hebben de maatregelen van 13 maart ons wellicht op de valreep behoed voor een veel ergere crisis. Patiënten werden opgevangen en geholpen. Terwijl de adequate geneeskundige zorgen ongetwijfeld mee zullen bijgedragen hebben aan het onder controle houden van de sterfte op jongere leeftijden, heeft het uitbreken van het virus in de rust- en verzorgingstehuizen bijgedragen aan de explosie op hoge leeftijden.
Voor België blijkt de registratie van de sterfte door Covid-19 dus van bij de start bijzonder accuraat te zijn gebeurd. Internationaal zullen de cijfers voor verschillende landen in de toekomst wellicht naar boven moeten worden bijgesteld, vooral wanneer daar de oversterfte beduidend groter blijkt te zijn dan de gerapporteerde Covid-overlijdens. België zal ook dan nog steeds tot de landen behoren waar de pandemie bijzonder sterk heeft toegeslagen, maar we kunnen nu al wel stellen dat de eerste plaatsen in deze droeve lijst door andere landen ingenomen zullen worden.