2006 - 2007 | FOD Wetenschapsbeleid - actie ondersteuning strategische prioriteiten
Steeds meer mensen klagen over tijdsdruk en tijdschaarste. De keuzemogelijkheden nemen toe, maar de dagen worden nooit langer dan 24 uren. Individuele tijdsbestedingen vormen bovendien een onderdeel van een complex samenspel van tijdsbestedingen van andere individuen, gezinnen, werkorganisaties, winkels en diensten
Verschillende tijdsordes kunnen botsen en aanleiding geven tot files, nachtlawaai, problemen bij het zoeken naar kinderopvang, wrevel bij het afstemmen van vrijetijds- en werkagenda s, … Deze conflicten zorgen er ook voor dat de tijd ongelijkheden schept tussen mannen en vrouwen, werkenden en gepensioneerden, ouders en kinderen, werknemers met normale uurroosters en met flexibele werktijden
Deze ingewikkelde choreografie wordt nauwelijks geregisseerd, er is geen minister van tijdsordening, de overheid voert weinig tijdsbeleid.
Tijd is nochtans een sociale kwestie bij uitstek, ook al zijn we ons daar niet altijd van bewust. De manier waarop we onze tijd besteden is in grote mate afhankelijk van de collectieve ritmes die geconstitueerd worden door het handelen van anderen. Anderzijds zijn het vaak de beperkingen die voortvloeien uit een collectieve tijdsorde die bepaalde handelingsmogelijkheden creëren. De verkeerscongesties tijdens piekuren illustreren perfect hoe collectieve ritmes onze bewegingsvrijheid (letterlijk) kunnen beperken. Het instellen van een collectieve rustdag is een illustratie van hoe we door tijdsordening bepaalde mogelijkheden kunnen creëren. Precies deze samenhang tussen het individuele en het maatschappelijke geeft aan dat het oplossen van tijdsproblemen beter niet aan individueel tijdsmanagement wordt overgelaten. De behoefte aan een bewuste en planmatige tijdsordening is de afgelopen decennia in de meeste Westerse landen nochtans sterk toegenomen onder meer onder invloed van veranderingen die de industriële tijdsorde of de orde van de vaste tijden hebben ondergraven. Dit is ook de belangrijkste reden waarom er op de afgelopen 15 jaar in de meeste Europese landen tal van lokale en regionale initiatieven en projecten rond tijdsordening ontstonden (o.a. in Italië, Frankrijk; Nederland, Duitsland). Het is opmerkelijk dat er in België op dit vlak relatief weinig gebeurt. Van een geëntegreerd tijdsbeleid is eigenlijk geen sprake en ook het aantal lokale initiatieven rond tijdsordening en tijdsbeleid is erg beperkt in ons land.
Met dit (korte) project willen we:
(1) een aantal dominante maatschappelijke tijdsproblemen identificeren en analyseren op basis van tijdsbestedingsgegevens, publieke debatten die rond het thema gevoerd worden in de media en in de internationale literatuur en op basis van een aantal gesprekken met bevoorrechte getuigen en experts;
(2) een aantal Europese initiatieven met betrekking tot tijdsordening bestuderen die inspelen op de eerder geëdentificeerde problemen;
(3) nagaan in welke mate die buitenlandse initiatieven geëmplementeerd kunnen worden in België ter remediëring van de eerder geëdentificeerde problemen.