2005-2006 | Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur
In dit onderzoek gaan we na of het opnemen van een vakantiejob negatieve gevolgen heeft voor de inzet van jongeren in de leiding van het jeugdwerk. Hiertoe werd een literatuurstudie, analyses op bestaande databanken en een nieuw onderzoek uitgevoerd. Uit de literatuurstudie blijkt dat Vlaamse leerlingen en studenten relatief weinig werken in vergelijking met hun leeftijdgenoten uit Groot-Brittannie en Nederland. In deze twee landen is de tewerkstellingsgraad van studenten vooral toegenomen na de introductie van het studieleningssysteem. De analyses tonen verder aan dat de participatie aan de arbeidsmarkt van Vlaamse studerenden in de periode 1999-2006 opmerkelijk is toegenomen. Deze stijging doet zich zowel voor tijdens het schooljaar als tijdens de vakantieperiodes. Verder blijkt dat er een positief verband bestaat tussen arbeidsmarktpartcipatie en het opnemen van leiderschap in een jeugdvereniging: jongeren die een leidinggevende functie opnemen in het jeugdwerk hebben vaker een vakantiejob dan jongeren die niet betrokken zijn in het jeugdwerk. Alleen de groep jongeren die ieder weekend en iedere vakantieperiode een job uitvoert, participeert minder aan het jeugdwerk en neemt minder een leidinggevende functie op. Dit zijn vaak studenten die zelf hun studies moeten bekostigen.